“Moet je deze scheuren eens zien. En wie zegt mij dat dit niet doorloopt naar de fundering van mijn huis?”
De 75-jarige Gerhard van Dijken staat voor zijn huis in Middelstum. Hij krabt achter zijn oren en kijkt me indringend aan. Het blauwe petje op zijn grijze haren verschuift wat. De oranje duimstok in zijn werkbroek hangt uit de broekzak. Zijn vrouw Thea staat naast hem. Bange mensen zijn ze niet. Maar van een aardbeving zoals die van 16 augustus 2012, daar zou iedereen de schrik om het hart slaan. “Een uur erna trilden mijn benen nog van de angst”, zegt ze.
Hun kleinzoon Mark schudt zijn hoofd met rood haar. Zijn ogen staan zo trouw als die van een Sint Bernardhond. “Toen de aardbeving was, heb ik direct opa en oma gebeld. Ik wilde weten of het wel goed met ze was. Bij ons thuis zijn de tegels in huis gescheurd. We zijn enorm geschrokken.”
Mark van Dijken staat samen met opa Gerhard voor het huis . Ze willen nog even de scheurmeter laten zien. Het rode kruis van de meter staat niet meer in het midden. De verticale lijn staat vier centimeter naar rechts. “Het huis wordt uit elkaar getrokken”, constateert kleinzoon Van Dijken. Bij een meter aan de zijkant van de woning staat de horizontale lijn scheef. “Dit komt alleen maar door de aardbevingen.”
“We zullen wel weer gezeur krijgen met de afhandeling van de schade”, zegt de 75-jarige Van Dijken. “Je moet zo je best doen om gelijk te krijgen. Bewijzen dat de scheuren door de aardbeving komen is zó lastig. De NAM vindt altijd wel wat om minder te hoeven te betalen.”
In Drenthe en Groningen komen maandelijks aardbevingen voor. Vaak onbeduidende trillinkjes, maar van tijd tot tijd schudt de grond hevig onder de voeten. Gaswinning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is de oorzaak. De bevolking die bovenop het gas woont, vreest de bevingen steeds meer.
Het is 22.31 uur, donderdagavond 16 augustus, als de grond in Groningen secondenlang beeft. Bevingen komen vaker voor in Noord-Nederland. Sinds de eerste aardbeving op tweede kerstdag in 1986 in Assen werden 839 bevingen geregistreerd. Vaak trillinkjes met een kracht tot ongeveer 2,0 op de schaal van Richter die niemand bewust mee krijgt. Soms een aardbeving die wat langer in het geheugen blijft. Zoals die van 1997 (Roswinkel; 3,4) of 2006 (Westeremden; 3,5).
Maar nu. Deze van 16 augustus voelt anders. Fotolijstjes vallen van tafels, schilderijen blijven niet aan de muren hangen, glazen versplinteren op de keukenvloer en het geluid is dreigender. De muren bewegen deze vijf tot zeven seconden zelfs. De grond golft alsof het de zee is. Die paar seconden lijken een eeuwigheid te duren. Mensen raken in paniek. Lopen verdwaasd de straat op. Dit, dit maakten ze nog nóóit mee.
“Het was niet whoeeem”, zegt Van Dijken die drie kilometer van het epicentrum afwoont. “Whoeeem.” Hij blaast de harde zucht, niet langer dan een halve seconde, nog een keer, terwijl hij wat door de knieen zakt.
“Ik heb al heel wat bevingen in het gebied meegemaakt. Altijd is het whoeeem. Een halve seconde. Deze niet. Deze was langer, grommender… dreigender.”
Oorzaak van de bevingen in de kop van Drenthe en Groningen is de gaswinning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Diezelfde NAM krijgt steeds vaker de schuld dat ze geen oog meer heeft voor de mensen die bovenop het gas wonen. Het geduld van de bewoners lijkt op te raken. De goodwill die de NAM had, lijkt meer en meer te verdwijnen. “Steeds meer Groningers zijn boos”, zegt bestuurder Wim van Weert van de vereniging Groninger Bodem Beweging (GBB).
De NAM doet er goed aan die woede weg te nemen, schetsen de GBB-leden. Ze willen zelf niet oproepen tot geweld. Helemaal niet zelfs. “Maar als de NAM het ongenoegen en de problemen blijven negeren en de Groningers zo blijft behandelen, dan pikken ze dat niet veel langer meer. Groningers zijn nuchter, maar er komt een moment dat het genoeg is. Gaswinningsinstallaties zijn onverdedigbaar. Straks worden ze vernield of in brand gestoken. Dat wil je niet.”
Bij de NAM dringt dat besef steeds meer door. Ze willen namelijk een goede buur zijn, schetst directeur Bart van de Leemput. Ze zijn geschrokken bij de NAM. Natuurlijk van de beving zelf en van de hoeveelheid aan schademeldingen, want met 1250 waren het er nog nooit zo veel. Om het even in perspectief te plaatsen: tussen 2003 en 2012 werden 1122 schademeldingen bij de NAM gedaan. Driekwart werd in die periode overigens toegekend. Het kostte de NAM bijna 950.000 euro.
Maar waar de NAM vooral van schrikt is hoe de bevolking de aardoliemaatschappij tegenwoordig ziet. Niet meer als die aardige buur. Maar soms als een kwaad dat ze tegenzit. “We kunnen het niet voorkomen. Maar het beeld dat de bevolking nu van ons heeft, is niet meer het beeld dat we willen dat ze van ons hebben. Draagvlak is belangrijk voor ons. Als er geen draagvlak is, kan er eigenlijk geen gaswinning zijn”, zegt Van de Leemput. (zie ook nieuwsverhaal NAM past schadeafhandeling aan)
De gaswinning verandert het natuurlijk evenwicht in de bodem, waardoor de druk langs scheuren in de aarde toeneemt. “Dat zijn zwakke plekken in de aardkorst”, weet seismoloog Femke Goutbeek van het KNMI. Bevingen als gevolg van gaswinning vinden ’slechts’ op een diepte van drie kilometer plaats. Natuurlijke bevingen daarentegen komen voor op een diepte van enkele tientallen kilometers. Mede daardoor zullen aardbevingen in het gaswinningsgebied van Noord-Nederland nooit krachtiger zijn dan 3,9 op de schaal van Richter. Dat zegt althans het KNMI. En daarmee in het kielzog ook de NAM. Of zoals Goutbeek zegt:
“De kans dat het ooit meer wordt dan 3,9 is zéér klein. We gebruiken statistische gegevens, modelleringen en kijken naar de geologie. In Japan en Indonesië liggen diepe breuklijnen van honderden kilometers. Hier zijn de breuken vaak niet groter dan tientallen meters tot een paar kilometer.”
Maar na de laatste beving zijn er over de 3,9-aanname twijfels bij de bevolking, zegt Jelle van der Knoop van de vereniging Groninger Bodem Beweging. “Er is onzekerheid. We vragen ons af of het hier nog wel veilig wonen is.”
Want waarom zou een beving van bijvoorbeeld 4,2 niet kunnen in het Drentse of Groningse land, is een veelgehoorde vraag. Of eentje die met 5,8 op de schaal van Richter net zo krachtig is als de zwaarste ooit in Nederland, die in Roermond van 13 april 1992? Want de maximale kracht is al twee keer bijgesteld. Naar boven. In 1993 werd nog door de NAM en het KNMI gezegd dat een beving nooit zwaarder zou zijn dan 3,3. Sinds dat jaar zijn al vijf zwaardere aardbevingen geweest. “In ’98 kon het maximaal 3,8 en negen jaar terug werd dat 3,9”, zegt GBB-voorzitter Van der Knoop.
De GBB is een belangenclub, met zo’n 300 leden. Niet dat ze tegen gaswinning zijn. Maar toch willen ze een vuist maken. Tegen de overheid en de NAM (voor 50 procent in handen van Shell en voor 50 procent van ExxonMobil) die meer oog moeten hebben voor de lokale bevolking. Want juist die wordt geconfronteerd met de nadelige gevolgen van gaswinning in het Groningen-gasveld. “Het landsbelangen is zo groot, dat de belangen van dit gebied makkelijk ondersneeuwen”, zegt bestuurslid Van Weert. In 2011 produceerde de NAM 61,3 miljard kubieke meter aardgas, waarvan ruim tweederde voor rekening kwam van de gasbel onder Slochteren. Het geld stroomt binnen door de gasbel. Een deel van de Nederlandse welvaart danken we er aan. Iedereen. Maar de Groningers en in iets mindere mate de Drenten dan? Wat krijgen die? Scheuren in hun woningen, die soms ook nog verzakken. Woningen die moeilijker te verkopen zijn en schadetaxateurs die door de NAM zijn ingehuurd – ’wiens brood men eet, diens woord men spreekt’ – en volgens betrokkenen de schade niet al te serieus nemen. Terwijl iedereen met een stel gezonde hersens kan bedenken dat muurscheuren best wel eens door gaswinning kunnen komen. Het is een gevoel. Van onvermogen. En het leidt minimaal tot opgetrokken wenkbrauwen.
En op de politiek hoeft ook niet echt te worden gerekend, denkt landmeetkundig ingenieur en oud-NAM-afdelingshoofd Adriaan Houtenbos. “Er is een welbegrepen eigenbelang. De algemene Nederlandse belangen zijn groot. Shell en Exxon hoeven maar te kikken.” Maar directeur Van de Leemput zegt dat de NAM wel degelijk oog heeft voor de omgeving. “Alleen het is wel balanceren. We moeten kijken naar de impact van gaswinning op de samenleving. Aan de andere kant heb je ook de economische waarde. Er worden bijvoorbeeld ook ziekenhuizen gebouwd met het geld dat we verdienen aan het gas.”
Toch gaan de taxaties van de NAM niet eerlijk, is een veelgehoorde klacht. “Want de NAM is niet onafhankelijk, maar kiest wel de taxateur”, zegt Bettie van Veen, die in het gebied woont. “Laat ons kiezen uit een lijst van taxateurs. Dat is toch veel eerlijker?” Het is juist deze perverse prikkel – ’wie schade claimt, die moet bewijzen’ – die de NAM misbruikt om zo min mogelijk schade te hoeven betalen, vindt oud-NAM-medewerker Houtenbos. “Naast gaswinning, en daardoor aardbevingen, zijn wel een dertigtal mogelijke oorzaken voor scheuren in panden te verzinnen. De NAM heeft er baat bij om twijfel over de scheuren te laten bestaan. De taxateurs regelen dat, want die willen de volgende keer weer taxeren.”
De NAM is machtig en groot, heeft een kennismonopolie. De gedupeerden – de lokale bevolking – zitten in een geïsoleerde positie. Het is een beetje David tegen Goliath. Daarom moet de zwakste partij beschermd worden, aldus Houtenbos. “Draai de bewijslast om. Zeg gewoon: als de kans bestaat dat dit door gaswinning is gebeurd, betalen wij uw schade.”
Een aantal dagen terug kwam minister Verhagen (Economische Zaken) met de boodschap dat de NAM moet onderzoeken naar mogelijkheden om aardbevingen in het Groninger gasveld te beperken. NAMdirecteur Bart van de Leemput zegt dat ze inderdaad onderzoek willen gaan doen. Maar wanneer – ’zo snel mogelijk’ – is onbekend. Het op een goede manier afhandelen van de schades heeft op dit moment de hoogste prioriteit.
De kritiek houdt NAM-directeur Van de Leemput bezig, bezweert hij. Aan de andere kant is hij er van overtuigd dat ’zijn’ NAM coulant is naar zijn buren. Maar kennelijk wordt dat niet zo ervaren. “Het is echt een punt van zorg. We zijn van plan zaken te veranderen. We gaan regelen dat bewoners zelf een tweede taxateur in de hand kunnen nemen. Op onze kosten. We willen gewoon goede buren zijn.”
Voor dit verhaal is gesproken met vijftien mensen en is gebruik gemaakt van diverse rapporten en gegevens. Onder meer uit het jaarverslag Commissie Bodemdaling, NAM-statusrapport Bodemdaling door Aardgaswinning en cijfers van de KNMI.