Vrijdag 21 september, 20.49 uur “Waar blijft die ME nou”, schreeuwt huisarts Bert Vries in zijn tuin aan de Stationsweg als kort voor negen uur de rellen losbarsten. “Politie, politie, hoeren van justitie”, werd er al geroepen. Door de mensenmassa in de Jachtlaan wurmt zich een auto, met een team ’flex-ME’ers’, politiemensen die zich even eerder hebben omgekleed, van platte pet naar mobiele eenheid. Ze vormen één lijn met de agenten bij de dranghekken op de Stationsweg en staan doodsangsten uit. “Kom ik ooit nog thuis”, vraagt een van hen zich af. Ze zijn met te weinig. De raddraaiers zijn met te veel.
De versterking waarom de agenten roepen, rijdt op dat moment over de A28 en de N34, kilometers verwijderd van Haren – de wagens worden gezien door twee jongens die zelf op weg zijn naar Haren. Korpschef Oscar Dros zal later verklaren dat hij 250 man ME ’achter de hand’ hield. Maar dat betekent niet dat die eenheden om kwart voor negen in het dorp ook klaar staan om in te grijpen. In Haren bevindt zich dan één sectie – zestien man – van de noordelijke ME. Zestien andere flex-ME’ers vertrekken rond negen uur uit Emmen en Leeuwarden. Daar waren ze nodig bij de voetbalwedstrijden van FC Emmen en Cambuur. Bovendien zijn na half acht alle andere in het Noorden beschikbare ME’ers, nog eens zestien man, van huis opgeroepen. Ze verzamelen op het bureau Schweitzerlaan in Groningen.
Kort na acht uur heeft burgemeester Bats formeel toestemming gegeven de mobiele eenheid in te zetten. Een uur later keurt hij ook het gebruik van traangas goed. Dat zal niet worden ingezet, waarschijnlijk omdat er nog te veel kinderen op straat lopen. Rond tien over negen stuift de eerste ME-wagen het kruispunt op. Genoeg om een dubbele linie te vormen, te weinig om de straathoek schoon te vegen. Een paar minuten later arriveert nog een groep ME’ers, die, ondersteunt door twee hondenbrigades, de relschoppers van het kruispunt verjaagt.
Voor zijn woning aan de Jachtlaan ziet Rik-Jan Wesselink gebeuren waar hij al de hele dag bang voor is. Omdat alleen de Stationsweg afgesloten is, is voor zijn deur een fuik ontstaan. Uren eerder heeft hij de politie al gewaarschuwd, maar Wesselink kreeg het idee dat de agenten volstrekt niet wisten wat ze moesten doen. Even later verjaagt hij met een hockeystick raddraaiers van het platte dak van zijn keukenwinkel, aan de achterzijde van zijn woning. Waarom heb ik vrouw en kinderen niet weggestuurd, denkt Wesselink, vol zelfverwijt.
We wisten niks, ze hebben ons niets verteld”, zal hij later zeggen.
De meute verplaatst zich naar de Kromme Elleboog, trekt zich terug in tuinen van de Hoflaan, en plundert de tabakscounter van de Albert Heijn in de Kerkstraat. De ME’ers, die geen briefing hebben gekregen, en amper weten waar ze moeten zijn, zijn met te weinig om in te grijpen. Door problemen met C2000 kunnen politiemensen maar moeilijk met elkaar in contact komen; het gewone mobiele telefoonverkeer ligt plat. Klinkers en trottoirbanden vliegen door de lucht, het regent kiezelstenen. Waarna de rellen zich golvend verplaatsen naar het dorpscentrum, de omgeving van de kerk. Twee auto’s gaan in vlammen op. Een schoenenwinkel wordt geplunderd. De ruiten van de Blokker worden ingetrapt. De eerste gewonden worden afgevoerd.
Agenten in burger, die eerst vooral hun ME-collega’s te hulp moeten schieten, pikken er nu af en toe een relschopper uit. De 20-jarige Sebastiaan uit Assen bijvoorbeeld, die per trein naar Haren is gekomen, wat halve liters bier heeft weggetikt, op het Gorechtterrein geen feestje aantrof, en toen maar met wat vrienden naar het dorp ging, waar hij wordt aangehouden voor het gooien van een blikje bier. Of de 19-jarige Floris, student natuurwetenschappen uit Utrecht. Hij kijkt de agent-in-burger recht in de ogen aan. Ziet diens angst. “Dit ben ik niet. Wat doe ik hier eigenlijk?”, denkt Floris, die even eerder – na drie biertjes – een Te Koop-bord naar de ME heeft gegooid. Floris zal later tegen de rechter zeggen dat hij het ’spannend’ vond, de groepsdruk niet kon weerstaan.
In het gemeentehuis mijdt het crisisteam de kantoren aan de buitenkant van het gebouw. Die kamers hebben glazen gevels en een systeem waardoor automatisch de lichten aangaan als er iemand binnenkomt, en dan minstens een kwartier blijven branden. Die enorme verlichte ramen zouden relschoppers op een idee kunnen brengen. Wel zien de leden van het crisisteam op het dakterras met eigen ogen wat er beneden op straat gebeurt. Hier hadden ze niet op gerekend, honderden raddraaiers die komen om te rellen.
Grootste zorg van het crisisteam: hoe voorkomen we dat er nóg meer mensen naar Haren komen. Moeten we het treinverkeer naar het Noorden stilleggen? De toegangswegen vanaf de A28 zijn afgezet, maar over de Rijksstraatweg komen vanuit Groningen nog drommen aan; het blokkeren van die straat, waartoe de politie had kunnen besluiten, is in het crisisteam niet besproken. Kunnen we de trein vanuit Assen niet aan ons voorbij laten gaan, suggereert het operationeel team.
Liever niet, vindt burgemeester Peter Rehwinkel van Groningen, die kort na negen uur in het gemeentehuis van Haren is aangekomen om mee te beslissen over zaken die de openbare orde in zijn gemeente kunnen verstoren. In de stad Groningen is al helemaal geen ME meer beschikbaar. En als we jongeren gaan afvoeren met bussen, terug naar Stad, dan graag alleen ’welwillenden’ en geen ’relschoppers’, oppert Rehwinkel. Hij zal twee uur na aankomst vertrekken.
In het crisiscentrum zelf wordt het wel steeds drukker; in de loop van de avond zullen er 23 mensen zijn, onder wie ook korpschef Dros die rond vijf voor tien binnenstapt. Eerder zijn extra pelotons ME opgeroepen, uit Twente, Gelderland en Noord-Holland. Twee uur later, rond half twaalf, zullen die eerste versterkingen aankomen. Bats krijgt rond middernacht een sms van Ivo Opstelten. De minister steekt hem een hart onder de riem. Het doet de burgemeester goed.
Zaterdag 22 september, 1.30 uur Het regent als de mobiele eenheid na middernacht de laatste raddraaiers uit Haren verdrijft. Bij daglicht zal gezegd worden dat voor meer dan miljoen euro schade is aangericht. De politie heeft 34 aanhoudingen verricht. Er zijn 36 mensen licht gewond geraakt. Haren heeft de angstigste nacht in tijden beleefd.
Maar waarom?
In het crisiscentrum tellen de verantwoordelijken hun knopen. Politiechef Schaftenaar (“Het was oorlog”) rapporteert dat er vijfhonderd tot zeshonderd relschoppers actief waren. Dat moet inclusief de ’meelopers’ zijn, jongens als de natuurkundestudent Floris, die zich lieten ophitsen door een harde kern van enkele tientallen, goed georganiseerde raddraaiers. Bonkige kerels, typeert korpschef Dros ze. Die commando’s kregen van een hooligan op de Meerweg, vertelt districtschef Cor de Lange later.
Hadden we dat nou werkelijk niet zien aankomen, vragen ze zich af, burgemeester Bats, korpschef Dros, hoofdofficier Wessel Schuth, officier van justitie Fahner. Ze waren toch op alles voorbereid?
De foto’s zijn gemaakt door Kees van de Veen en mogen zonder toestemming niet verder gebruikt worden
Voor deze reconstructie heeft een team verslaggevers van Dagblad van het Noorden en RTV Noord vele tientallen betrokkenen gesproken. Burgers van Haren, winkeliers, ondernemers, politici, politiemensen. Niet iedereen wilde aan het onderzoek meewerken; ook wij hebben niet alle vragen kunnen beantwoorden. Zo blijft bijvoorbeeld onduidelijk hoeveel bezoekers op Project X afkwamen, de drie-tot vijfduizend waarover gemeente en politie spraken, of een veelvoud daarvan.
De gemeente Haren gaf slechts summier informatie, ook nadat wij op 27 september een beroep deden op de Wet Openbaarheid van Bestuur. De gemeente Groningen wilde geen vragen beantwoorden over de rol van burgemeester Peter Rehwinkel. Het politiekorps Groningen, ProRail en de Nederlandse Spoorwegen wilden evenmin meewerken omdat ze ’het onderzoek van de commissie Cohen niet voor de voeten wilden lopen’. Die commissie rapporteert 8 maart over de nacht van Haren.