BV Veendam is in 2010 uit de dood opgestaan. Een faillissement is afgewend, hoop gloort weer aan De Langeleegte. Vandaag deel 2 over de onmogelijke missie van een cultclub in wording.
Op zijn eerste dag heeft Eising het welkomstcadeau aangetroffen van zijn voorgangers. Een boete van 10.000 euro van de KNVB. Verontwaardigd, maar beleefd heeft Eising al met Max Becherer gebeld, de vertrokken bestuursvoorzitter. “Maar ik werd natuurlijk met een kluitje in het riet gestuurd”, zal Eising zich herinneren.
Becherer wil die dag, 10 juni 2010, niet meer van zijn Veendam-verleden weten. Tenzij het gaat over zijn seizoenkaart voor het leven, zoals blijkt uit notulen van bestuursvergaderingen. Becherer stoort zich aan de afhandeling. Zo’n kaart kregen immers alle oud-voorzitters.
Becherer is opgestapt nadat curator Wim Entzinger zijn ’wonder’ had verricht. Veendam was in juni 2010 gered van een faillissement, dat onvermijdelijk leek te zijn na de dood van suikeroom Jan Lambeck. Hoewel Becherer dacht dat niemand de club nog zou willen leiden, had Entzinger een nieuwe roerganger voor ogen. Voormalig FC-Emmen-directeur Eising.
Zo begint Henk Eising aan zijn nieuwste klus. Met goedkeuring van zijn echtgenote, maar puntenaftrek van de KNVB omdat Veendam collega-voetbalclub VVV al een half jaar lang niet heeft betaald voor Marnix Kolder, de van de Limburgers gehuurde spits. En dan komt ook nog die brief van de belastingdienst. Eising ontploft.
’Willens en wetens heeft de BV Veendam geen aangifte gedaan’, schrijft de fiscus. Uit notulen van 23 februari 2010 is de belastingdienst gebleken dat Veendam verzuimde 19 procent btw te betalen over de factuur van 1,2 miljoen euro die de club stuurde aan Jans Norder, suikeroom in betere jaren. Norder heeft die btw wel teruggevraagd, maar uit boekenonderzoek blijkt dat de club het niet afdroeg. Nu eist de fiscus dus 342.000 euro, dat is inclusief 50 procent boete.
De fout is gemaakt door Nantko Boddema, die meer dan een kwart eeuw op de administratie werkte. “Het groeide ons boven het hoofd”, zegt hij later. “Er was sinds januari al geen geld meer. Een paar weken voor het faillissement zei Wilbert Boneschansker (financiële man in de raad van commissarissen): doe die aangifte nog maar. Maar het was al kapot. Ja. En een paar weken later kwam alsnog de ommekeer.”
Hoofdelijk aansprakelijk of niet, iedereen wist van de btw-claim. Dit is onwerkelijk, denkt Eising. De inkt van het reddingsplan is amper droog en nu hangen we al weer aan de latten. ’We’, dat wel. Want Einzelgänger Eising is al van het cluppie gaan houden. Hij heeft de blik vooruit gericht, hoewel het misschien beter is om meteen de stekker eruit te trekken. Achteraf gezien had hij de klus terug moeten geven, zal Eising later zeggen. “Maar als je in de krant leest: als iemand het kan, dan is het Henk Eising wel, dan ga je wel even naast je schoenen lopen. Dus ik kon eigenlijk al niet meer terug.”
Eisings klus is bij aanvang al een mission impossible. De kaasschaaf was tot bloedens toe over de begroting gehaald. Nu blijkt: ’Diverse sponsorcontracten zijn niet aanwezig, sponsors die in het verleden hebben opgezegd zijn niet verwerkt, en bij verzending van facturen worden soms afwijkende bedragen in rekening gebracht.’ Eising leest het hardop voor tijdens de bestuursvergadering van 14 september. Op de begroting staat 171.000 euro aan sponsors die eigenlijk geen sponsor meer zijn.
Becherer en de zijnen hebben de club met een aardige erfenis opgezadeld. Eising ziet hoe de nieuwe bestuursleden de schouders ophalen. “Het is waarschijnlijk nog meer”, constateert Eising. Later komt hij op de sponsorpost uiteindelijk ruim drie ton tekort.
Eising dacht met een schone lei aan de klus te beginnen. Maar de wedstrijd is amper begonnen of Veendam staat al met 5-0 achter. Allemaal eigen doelpunten van mannen die voor het grootste deel gewisseld zijn en zelfs niet meer op de tribune zitten aan De Langeleegte. Eising, in de bestuursvergadering: “Of we gooien het stadion op slot. Of er wordt een plan uitgewerkt.” Iedereen in het directiekamertje knikt.
Turbulente maanden volgen. De flamboyante, maar ook dominante Eising (bij BVO Emmen noemden ze hem niet voor niets ’Stalin van de Meerdijk’) probeert, samen met een handjevol anderen, alle financiële gaten te dichten. Vaak met kunst-en vliegwerk. Hij smeedt plannen, zorgt voor reuring en tracht het imago van de club op te vijzelen.
Plannen genoeg. Geld niet. Een Oekraïense investeerder die tien miljoen in de club wil steken, volgens de notulen aangespoord door staalbouwer Ybema, een van de sponsors, haakt toch af. Oplichters en charlatans melden zich met de wildste plannen. Allemaal – van de neef van de Spaanse koning tot een vage Amerikaan – hebben ze de kip met gouden eieren. Zeggen ze. Miljoenen willen ze steken in de veenkoloniale voetbalclub. Het blijken luchtkastelen die Eising bijna tot wanhoop drijven.
Vastgoedinvesteerder Ruud Sanders klopt ook weer aan. De man die drie jaar eerder veel geld in de club stak en daarmee Veendam redde, schermt nu met een overname. “Ik ben ook bijna rond met de overname van het Belgische Berchem Sport”, zou hij tijdens een gesprek met Eising en FC Groningendirecteur Hans Nijland hebben gezegd. Maar de twee voetbaldirecteuren vertrouwen het verhaal niet. Na wat rondbellen gaat een streep door Sanders’ plan.
Eising volhardt: hij ontwikkelt met anderen het Kolonistenplan, waarbij grote sponsors, kleine sponsors en zelfs fans zich voor grote en kleine bedragen aan de club binden. Het moet dé oplossing voor de financiële sores worden. Eising strikt grote broer FC Groningen en de directeur van Groningen Seaports, Harm Post. Seaports betaalt 50.000 euro. Hoewel ze er geen ruchtbaarheid aan willen geven. Eising en Post weten hoe gevoelig sponsoring door een aan een overheid gelieerd bedrijf van een betaald voetbalclub ligt. Dat blijkt later als de politiek vragen begint te stellen.
Ook de bekende Veendamse ondernemer Jan Bun van Autorama/Albert Heijn zegt geld toe. Met nog meer in het vooruitzicht. Een kwart miljoen euro maar liefst. Bun legt bij Eising een voorwaarde op tafel. Zijn Albert Heijn moet ook op zondag open mogen. Hij is op dat moment in hevige strijd verwikkeld met de gemeente Veendam. Die weigert. Wethouder Henk Jan Schmaal krijgt vervolgens op 18 januari 2011 een telefoontje en een mail van Eising. Hij weet niet wat hij hoort en leest. Beleid is niet te koop, laat hij de Veendam-directeur droogjes weten.
Het is de voetbalwereld, blijkt uit de vele gesprekken en documenten. Handjeklap, dealtjes en onder de tafel wat heen en weer schuiven. Het gebeurde al in de periode-Lambeck, maar ook nu zijn de mannen rond De Langeleegte er niet vies van. Zo maakt staalbouwer Ybema 50.000 euro over naar de club, op voorwaarde dat Angelo Cijntje, speler van Veendam én schoonzoon van Ybema, na zijn actieve spelerscarrière een baan krijgt bij de medische staf als verzorger.
Henk Eising bezuinigt en ontziet niemand. De spelersgroep moet op wedstrijddagen maar aan een picknicktafel de sportmaaltijd te eten. Als ze hun pasta langs de snelweg uit een bakje eten, schamen de spelers zich kapot. Helemaal als supporters van de tegenpartij toeterend langs komen rijden. De tering naar de nering zetten, noemt Eising het.
Van zijn medebestuurders krijgt de directeur weinig hulp. Wilbert Boneschansker – financieel directeur bij Groningen Seaports en als commissaris naar voren geschoven door de gemeente Veendam – wil de club verlaten. Mensen buiten de club en uit zijn directe omgeving adviseren hem ook het zinkende schip te verlaten. “Het commissariaat bij Veendam zou mijn verdere carrière kunnen schaden”, vertrouwt Boneschansker diverse mensen toe.
“Als je mijn verhaal net goed begrepen hebt, dan begrijp je dat we naar de kloten gaan als we die 40.000 euro niet krijgen hè?”
Met ingehouden woede staart Henk Eising de burgemeester van Veendam aan. Het is 12 april 2011. Samen met de raad van commissarissen en de wethouders zitten ze in raadszaal op de eerste verdieping aan het Raadhuisplein. Burgemeester Ab Meijerman is onverbiddelijk. Eising en zijn voetbalclub kunnen fluiten naar het geld. “Ab, ik stel je die vraag nog een keer. Je betaalt die 40.000 euro dus liever aan de curator dan aan de club?”
Meijerman knikt. “En we beëindigen ook het sponsorcontract”, zegt hij afgemeten. Hij speelt, zal hij later zeggen, een rol. Maar hij is na al die jaren wel een beetje klaar met de club die altijd maar het handje op komt houden en met beschuldigende vinger wijst. Die Eising mag dan wel een grote bek hebben en veel werk verzetten voor de club, Meijerman laat niet met zich sollen.
Eising scheurt terug naar het stadion. In woeste razernij, alle aanwezigen verbijsterd achterlatend. Smoor er maar in met elkaar, denkt ie. Die 40.000 euro was de toezegging waarmee bewindvoerder Entzinger zijn puzzel compleet maakte. “En nu niet willen betalen”, foetert Eising. “Als iemand me niet wil helpen, heb ik daar niks te zoeken. Burgemeester of niet.”
Als hij tien minuten later is uitgeraasd, wordt hem een contract onder de neus geschoven. Hij grijnst plots van oor tot oor. Het reguliere sponsorcontract met de gemeente is net stilzwijgend met drie jaar verlengd. Veendam verzuimde het op te zeggen. Eising tikt glimlachend een mailtje aan Meijerman. Of de gemeente het sponsorbedrag van 50.000 euro wil overmaken, misschien zelfs het bedrag voor de komende drie jaar ineens?
Als Meijerman zijn mail opent, ontploft hij. Een week later nodigt de burgemeester Eising uit op zijn kantoor te komen om aan te schuiven bij de B&Wvergadering. Weer botsen de twee. Maar Meijerman weet dat hij moet betalen. Eising gooit op zijn beurt flink wat olie op het vuur. Hij dreigt met een kort geding en belooft te zullen opstappen als de gemeente die 40.000 euro niet betaalt.
Elders oogst Eising – die het werk onbezoldigd doet – inmiddels lof voor zijn tomeloze inzet. Maar het werkt ook tegen hem. Binnen en buiten de club wekt zijn aanpak soms weerzin. Eising is dwingend en compromisloos. Niet een olifant, maar een complete kudde in een porseleinkast. Hij weet dat zelf maar al te goed.
Alles voor de club, zegt hij dan. Want het mag sportief – de club haalt de nacompetitie – goed gaan dit seizoen, de club stevent af op een begrotingstekort voor volgend seizoen van zo’n drie a vier ton, waarschuwt Eising op 10 mei 2011. Promotie naar de eredivisie is het enige dat de club nog kan redden, zegt hij. Piet Scholtens, een van de leden van de raad van commissarissen, ziet het allemaal wat minder somber in. “Een tekort van drie ton is relatief weinig. Helemaal als je naar de andere clubs in het betaald voetbal kijkt. Het zou zonde zijn als we kapot gaan op dit bedrag”, zegt Scholtens.
Negen dagen later speelt SC Veendam de eerste halve finalewedstrijd tegen Helmond Sport. De aanwezige Veendam-supporters zien hun helden de Brabanders van de mat spelen: 3-0 staat het bij rust. Een rode kaart in de tweede helft doet de wedstrijd omslaan. De wedstrijd eindigt in 3-3 en in de return verliest Veendam met 1-0. Geen eredivisie…
De verkoop van Michael de Leeuw, het opschorten van de stadionhuur en een financiële injectie van hoofdsponsor Koos Gjaltema zorgen dat de club weer even wordt gered.
“Christene zielen zeg. Wat een kloteneind. Ik was het bijna vergeten, of ik heb het verdrongen.” Leo Beenhakker, ooit begonnen als coach van BV Veendam, stapt op 7 mei 2012 uit zijn gehuurde Volvo bij een wit kerkje in Kiel-Windeweer. Beenhakker heeft zich laten overhalen door die ’gekke Eising’. Eigenlijk had de oud-coach van Real Madrid in Spanje moeten zijn. Maar hij vloog terug nadat Eising hem het mes op de keel zette. “Ben je vergeten waar je je carrière als jonge trainer bent begonnen, Leo?”, hoort Beenhakker die directeur van Veendam zeggen.
Eising schrikt van zijn brutaliteit, maar het is er op of eronder. Het pact van Kiel-Windeweer, zoals het later wordt genoemd, moet slagen.
De situatie is, opnieuw, al maanden penibel. Alleen omdat de KNVB er niet aan wilde – ’Ben je helemaal gek geworden’, riep de KNVB-directeur tegen de voorzitter van de raad van commissarissen – is Veendam niet failliet gegaan. Het laatste waar de voetbalbond op zit te wachten is een club die een paar speeldagen voor het einde van de competitie omvalt. Maar de begroting voor het seizoen 2011-2012 is brak. Door een domme fout komt 80.000 euro minder aan tvgelden binnen dan verwacht. En dat is niet de enige tegenvaller. Deurwaarders melden zich. Sponsors lopen weg. Grote bedrijven als RWE zien, als ze benaderd worden, geen heil in de club. Eising vertelt het bestuur dat de directeur van Avebe ’niets met Oost-Groningen’ heeft.
Samen concluderen ze dat ze op 28 april – de dag na de laatste wedstrijd tegen Zwolle – het faillissement van Veendam zullen aanvragen, als er niets gebeurt.
Het gaat anders. Aan een lange tafel in een Topstelling zitten zo’n twintig lokale ondernemers bij elkaar in het historisch witte hervormde kerkje in Kiel-Windeweer. De grote zwartgele bank staat op 7 mei 2012 pontificaal in de kerk. Henk Eising is deze maandagavond in vorm. Zijn Kolonistenplan is ’marketing-technisch’ een groot succes. Topmodel Doutzen Kroes ’verbindt’ zich aan het cluppie in OostGroningen. Veel geld levert het nog niet op.
Ook hoofdsponsor Koos Gjaltema zit aan de lange tafel. Maar hij mag alleen aanwezig zijn, dreigt Eising.”Jehebtalzoveelgeldindeclubgestopt.Nu moeten anderen het doen.” Er worden oude verhalen opgehaald, er wordt gelachen, bier gedronken en Eising drukt de aanwezigen op het hart hoe belangrijk het is dat ze SC Veendam, die club met zo veel historie, helpen. Leo Beenhakker is er niet voor niets bij. Warme herinneringen worden opgehaald.
Eising zoekt tien investeerders die drie seizoenen lang 15.000 euro per jaar lappen. ’Mister Veendam’ Henk Nienhuis wil wel. Hij zegt direct een groot bedrag toe. Als hij – als zaakwaarnemer – sterspeler Bas Dost zou verkopen. Dost wordt verkocht voor 7,5 miljoen euro maar Nienhuis zal zijn belofte nooit vervullen.
Dan gaan de ’contracten’ rond. Sommigen tekenen het papier direct, anderen kijken de kat uit de boom. Oud-speler en ondernemer Jan Blijham, zo herinneren meerdere aanwezigen zich, hapt niet direct toe. Hij zet wel zijn naam op het formulier, maar de handtekening blijft achterwege. “Ik moet thuis nog even overleggen met mijn dochter.” Het klinkt plausibel. Maar aan de tafel fluistert Blijham dan al tegen Gjaltema: “Ik steek mijn geld toch niet in een voetbalclub.”
Henk Eising hoort dit alles niet. De club is voor de komende drie jaar gered, zal hij denken. Anderen zullen later zeggen dat het een grote poppenkast is geweest. Handtekeningen onder de contracten zouden niet zijn gezet, zo zegt bijvoorbeeld commissaris en oudgediende Piet Scholtens.
Een jaar later zucht Henk Eising. Hij schudt zijn hoofd en trekt, desgevraagd, de documenten uit de eerste de beste lade. Allemaal, op die van Blijham na, zijn ze ondertekend. Twee andere investeerders vullen dat gat.
“De ontwikkeling van de campus gaat niet door Piet”, zegt wethouder Henk Jan Schmaal. Hij staat in zijn badkamer en belt ergens eind november met Piet Scholtens, die na het vertrek van Eising interimdirecteur is geworden. Het Pact van Kiel-Windeweer, Eisings wereldtruc, werd zijn laatste wapenfeit.
Het telefoontje van wethouder Schmaal heeft grote gevolgen. Het stadioncomplex De Langeleegte zou worden overgenomen door twee projectontwikkelaars, Erik Zwanenburg en Jacob Paas – als onderdeel van het Pact van Kiel-Windeweer. Zij zouden vier jaar lang de huur en het onderhoud van twee ton kwijtschelden. Daarmee was de begroting rond. Nu, zoals Schmaal meldt, die deal niet doorgaat, krijgt Veendam een nieuwe financiële optater.
“Maakt niet uit. Ik heb de administratie tot en met december op orde”, hoort Schmaal Piet Scholtens zeggen. De wethouder weet niet wat hij hoort. “Hij had totaal niet door wat dit betekende voor de voetbalclub”, zal Schmaal later verzuchten.
De opstelling van Scholtens verbaast sowieso. Maanden na het Pact van Kiel-Windeweer beschuldigt hij Eising in Voetbal International ervan dat die een te grote broek had aangetrokken. Eising zou veel meer geld uit hebben gegeven dan er binnenkwam. Zonder dat Scholtens of de rest van de raad van commissarissen daar van op de hoogte zou zijn. Ook vinden de commissarissen, blijkt uit notulen van 25 februari 2013, dat Eising niets anders meer doet dan zijn eigen straatje schoonvegen. Maar is dat wel een terechte constatering?
Scholtens reageert compleet verrast op de liquiditeitstekorten bij de club, zal hij ook naderhand verklaren. “Daar heeft Henk Eising ons nooit wat over verteld. Die liquiditeitsproblemen zijn misschien wel de reden waarom Eising zo graag wilde vertrekken als directeur. Maar dat wist ik toen niet”, zegt hij.
Dat strookt niet met wat in de notulen staat en in mailverkeer tussen Eising en Scholtens. Eising trok meerdere malen aan de bel bij de raad van commissarissen over het ’gierende liquiditeitsprobleem’. ’Zoals de vlag er nu bij hangt krijgen we grote en dan ook hele GROTE problemen!’, schrijft Eising in een mail van 14 mei 2012 aan de commissarissen. De jaarrekening die hij meerdere malen bij Scholtens opvraagt, zal hij nooit ontvangen. “Ik heb als een debiel bij Veendam uren gedraaid en gewerkt”, zal Eising later zeggen. “Dan laat ik mijn goede naam niet onterecht en achteraf door het slijk halen door Scholtens.”
De laatste maanden van het seizoen 2012/2013 gaat het snel. Het water stijgt de club tot aan de lippen. De fiscus dreigt het faillissement aan te vragen, terwijl de KNVB juist eist dat SC Veendam het seizoen uitspeelt. Zo wordt het maandagmiddag 25 maart. Veendam komt, stelt de rechtbank vast, zeven ton tekort. De begroting voor het volgend seizoen vertoont een gat van vier ton. Om twee minuten over vier spreekt curator Gerard Breuker het laatste woord: “SC Veendam is failliet.”
Die avond kijkt Henk Eising naar De Wereld Draait Door. Met stijgende verbazing ziet hij hoe clubicoon Henk de Haan aan tafel bij Matthijs van Nieuwkerk een finale poging doet geld op te halen. Tafelheer Jan Mulder probeert de ontketende De Haan wat te sussen. “Henk, rustig praten.” Maar De Haan, met rekeningnummer 171001699 op zijn shirt, is niet te stoppen. Eising hoort de markante oud-voetballer een paar keer ’broezen’ en ’pom-póm-pom-pom’ roepen. Tenenkrommend, denkt hij. “Henk is een goede vent, maar hij laat zich meeslepen.”