In Drenthe is jarenlang gesjoemeld met het tellen van reeën. Wildbeheereenheden telden stelselmatig te veel reewild, waardoor ze machtigingen kregen om extra dieren te schieten. In één voorbeeld week het aantal getelde reeën 25 tot 30 procent af van de in eerste instantie opgegeven aantallen.
Dat nieuws brachten mijn collega en ik nadat we brieven hadden opgevraagd bij de provincie Drenthe. We kregen een tip met de volgnummers van de brieven er bij. Bij de provincie reageerden ze verbaasd, maar konden niet echt meer ontkennen dat ze bestonden. En toen kregen we ze.
Gedeputeerde Rein Munniksma erkende dat er onduidelijkheden zijn over het tellen van het reewild. Volgens hem moet de Fauna Beheer Eenheid (FBE) Drenthe steviger ingrijpen.
Het tellen en de daarop gebaseerde jacht mag niet gebeuren op basis van dubbele streepjes.”
Drenthe besloot daarom de hoeveelheid reeën die in 2011 mag worden geschoten te halveren: van 3550 naar 1775. Als straf omdat de controle op het tellen en de afgegeven machtigingen niet voldoende is. De 1775 reeën mogen alleen worden geschoten ten behoeve van de verkeersveiligheid. Of wanneer een ree ziek of kreupel is, staat in de brieven. Die telling wordt richtinggevend hoeveel reewild nog geschoten mag worden.
Uit administratieve controles van de provincie blijkt dat niet altijd wordt geteld zoals is afgesproken. Toen de provincie Drenthe in 2010 met controles van de telbriefjes begon, daalde het aantal getelde reeën ten opzichte van 2010 met maar liefst tweeduizend stuks.
Gedeputeerde staten legde daarop, na een overleg met de FBE Drenthe, de jacht op reegeiten en -kalveren aan banden.